Angola staat bekend als een door oorlog verscheurd land, waar corruptie, geweld en armoede de overhand hebben. Echter is de West-Afrikaanse republiek al sinds 2002 in wederopbouw en voor cultuurliefhebbers een interessante bestemming. Want nergens ter wereld vind je zoveel tribale volken als in Angola. Reis mee naar het zuiden, waar in de bush de tijd stil lijkt te staan.
Tekst: Angelique van Os | Fotografie: Henk Bothof
Het is slechts anderhalf uur rijden vanaf de zuidelijke stad Lubango. Toch voelt het alsof we ons aan het einde van de wereld bevinden. Rijdend over stoffige, onverharde zandwegen komen we kilometerslang niemand tegen. Lage begroeiing, uitgestrekte savanne en verspreide bomen met bergen vormen het landschap. De hobbelige weg doet de Toyota pick-up flink schudden en aan de plassen te zien heeft het ’s nachts hard geregend. Het is half oktober; de regentijd is net begonnen.
Authentiek Zuid-Angola
Uit het niets verschijnen er mensen, jerrycans dragend of met handelswaar op het hoofd. We zien echter nergens een dorp. Locals moeten flinke afstanden overbruggen om van het ene gehucht naar het andere te komen. Dit is het authentieke Zuid-Angola, waar toerisme in de kinderschoenen staat en de infrastructuur beperkt is. Het is een bijzondere bestemming, want in de zuidwestelijke provincies Huila, Namibe en Cunene zijn de meest authentieke culturen van heel Afrika bewaard gebleven. Hier leven volken als de Muila, Himba, Hakaona, Mucubal, Humbe en Nguendelengo nog volgens eeuwenoude tradities. En dat is opmerkelijk gezien Angola’s heftige verleden.
Uiteraard zijn de littekens nog zichtbaar in het dagelijks leven; van de Portugese bezetting (1575-1974) en apartheid, tot verroeste tanks uit de burgeroorlog (1975-2002) langs de weg. Het contrast tussen arme gemeenschappen en de rijke olie- en diamantindustrie is enorm. Dorpen bestaan uit hutjes en stenen geraamten, omlijst door zwerfafval en rondscharrelend kleinvee. Ondanks dat mensen weinig hebben zijn ze uiterst vriendelijk. En nu het betaalbaar is om door het land te reizen, kan Angola herontdekt worden.
Lokale gids
Ondanks dat hoofdstad Luanda zich snel ontwikkelt, lijkt het zuiden van het land onaangetast door de snelle levensstijl. Het eenvoudige bestaan draait om overleven: vee hoeden, land verbouwen en handelswaar verkopen of ruilen. We komen tijdens onze twee weken durende reis geen andere reizigers tegen. Ozio, onze lokale gids en chauffeur, weet alle dorpen blindelings te vinden, hoe verlaten ook. Wanneer hij geen kleinschalige reizen begeleidt, voor de Spaanse reisorganisatie Last Places, werkt hij als politiesergeant. Ozio spreekt alle talen van de inheemse stammen die we bezoeken, wat hij heeft geleerd van zijn moeder. Zijn talenknobbel is goud waard, zo blijkt al snel.
Muila
Eindelijk naderen we het eerste volk dat we deze reis bezoeken, de Muila. Het protocol van Last Places is dat gids en bezoekers eerst kennismaken met de soba, de stamleider. In dit geval is dat Tchilume. Hij schudt Ozio stevig de hand. Zijn gemeenschap bestaat uit ongeveer 6.000 mensen in een omtrek van 20 tot 30 kilometer. Het dorpje telt houten en lemen hutten en een binnenplaatsje waar mensen samenkomen en vrouwen eten bereiden.
Hartelijk ontvangst
De Muila ontvangen ons hartelijk. Het is slechts de vierde keer dat ze westerse reizigers in hun dorp op bezoek krijgen. Sommige kindjes schrikken van onze vreemde huidskleur en lichte haren. “Okamene?” (Hoe gaat het?) vraagt Ozio en in koor luidt het enthousiaste antwoord: “Tchu”, wat ‘het gaat goed’ betekent. De vrouwen lachen uitbundig wanneer wij hun taal proberen te spreken. Op het erf scharrelen varkens, eenden en kippen met kuikens. Honden liggen uitgestrekt in het zand te luieren, terwijl moeders met baby’s op hun rug met grote vijzels meel fijnmalen. Mannen zijn veelal elders aan het werk. Dit dorpsbeeld geldt voor alle stammen die we bezoeken.
Klei geverfde haren
Muila vrouwen zijn herkenbaar aan hun met klei geverfde haren en de enorme kleurrijke kralenkettingen, armbanden en enkelbanden die ze dragen. De ontblote bovenlijven en de typerende haardrachten zijn kenmerkend voor een specifieke stam. Alles draait om schoonheid. De Muila wordt één keer per maand de klei in het haar, dat rood of gelig van kleur is, vervangen door een nieuwe laag. Dat gebeurt door een mengsel te maken van stukjes bast en sap van bomen, gemixt met zand en boter, wat een kleiachtige substantie oplevert. Met een spiegel brengen ze in een paar uur het haar in het gewenste model.
Schoonheid
De kralen kopen ze op een lokale markt. De specifieke haardracht en verfraaiing van kettingen en accessoires doen ze om de vrouwelijke schoonheid te benadrukken. “De jongere generatie neemt minder vaak de oude tradities over omdat ze de kettingen te zwaar vinden”, legt Ozio uit. Een aantal dames vinden het spijtig dat hun cultuur hierdoor afneemt, maar het moet een vrije keuze zijn. Meestal gaan de meisjes rond hun vijftiende alsnog overstag en ondergaan ze het zogenaamde Fico-ritueel. ->>
“De jongere generatie neemt minder vaak de oude tradities over omdat ze de kettingen te zwaar vinden”
Fico ritueel
Een Fico-ritueel symboliseert een overgangsrite. Aan de ontwikkeling van de borsten is zichtbaar of een meisje klaar is voor het huwelijk. Dat is meestal rond hun zestiende jaar. Stammen vieren dit ieder op hun eigen manier met een officiële ceremonie en een driedaags durend feest, van dansen, zingen en drummen, waarbij de haardracht centraal staat. Ficos zijn kenmerkend voor Angolese volkeren. Aan het kapsel valt te zien welke status een vrouw heeft. Is ze klaar om gehuwd te worden, is ze getrouwd of is ze een weduwe.
De nog niet ingewijde meisjes worden vanaf hun achtste levensjaar Ficar genoemd. Zij zijn te herkennen aan het dragen van rode uncula (een mengsel van roodachtige klei en boter) die het haar bedekt. Als het meisje huwbaar is dan verandert de rode uncula naar een complexere vorm (zie middelste foto). Als de ingewijde vrouwen hun eerste kind krijgen, verandert de uncula-haardracht in een geelachtige kleur en symboliseert de volledige status van de volwassen vrouw. Het kapsel wordt aangevuld met koehoorns, het totemdier van de Muila.
Ceremonie
Tijdens onze trip hebben we mazzel, want het blijkt dat er een ander Muila dorp is waar drie meisjes een Fico-ceremonie ondergaan. Zo’n feest wordt per dorp slechts één keer per jaar tussen juni en oktober gevierd, omdat alleen in die periode de vruchten geoogst kunnen worden van de Baobabboom. Dat zijn belangrijke ingrediënten van zelfgebrouwen bier en gedestilleerde likeur. We komen aan in het donker en zien zo’n driehonderd mensen feesten en dansen op vrolijke Afrikaanse muziek dat hard uit de boxen galmt. Al dansend verdwijnen we gelijk in het feestgedruis. Dan presenteert een soba drie jonge vrouwen, gehuld in doeken. Hij toont de nederige meiden met hun nieuwe haardracht, een teken dat ze klaar zijn om zich te presenteren aan hun toekomstige echtgenoten waarmee ze tijdens deze ceremonie hun verloving vieren.
Goed behouden volktradities
->>De volgende dag vertrekken we in alle vroegte richting het afgelegen zuiden, nabij de Namibische grens. Zo’n 320 km lang zijn onze voornaamste tegenliggers koeien en geiten die op hun dooie akkertje de wegen oversteken. Na het dorpje Odchieju verlaten we echt de bewoonde wereld. Twee uur lang wanen we ons in een desolaat landschap vol droogte, soms aangevuld door imposante Baobabs en rotsen. In de uitgestrekte omgeving van Ozio’s dorp Oncocua zijn diverse stammen te vinden. Omdat de Portugezen hier pas vanaf 1950 in beperkte mate hun sporen achterlieten, zijn de volkstradities hier goed behouden gebleven.
Straatkinderen
We kamperen voor de deur van het restaurant van Ozio’s vrouw, Briste Esmemeralda João. We krijgen een warm onthaal van zo’n vijftien dorpskinderen. Een jongetje van drie, genaamd Zenmaria, valt direct op. Hij is ontzettend aanhankelijk en sluit zich constant in mijn armen. “Zijn moeder heeft hem en zijn zusje achtergelaten. Hun vader is altijd dronken”, vertelt Briste. Gelukkig geeft zij hem en vele anderen dagelijks te eten, anders zou het lot van deze straatkinderen nog schrijnender zijn. Wanneer Zenmaria ’s zusje hem ’s avonds komt halen en ze samen en in het donker verdwijnen, breekt ons hart. “De regering, onder leiding van president João Lourenço, stuurt regelmatig een vrachtwagen met voedsel voor de lokale bevolking”, vertelt Briste. “Echter vallen levensmiddelen vaak in verkeerde handen.” Kinderen die niet naar school mogen zoals Zenmaria, kunnen nergens op terugvallen en wacht een ongelukkige toekomst.
Himba
De bezoeken aan de Himba en Hakaona stammen geven nieuwe energie. Beiden zijn hartelijke en trotse mensen. De Himba’s hebben het hoogste aanzien onder de stamculturen en leven voornamelijk van hun koeien. Evenals bij de Muila, draait alles bij de Himba-vrouwen om natuurlijke schoonheid. Ze smeren zichzelf in met boter en oker waardoor hun huid een bronzen glans krijgt. Ze zien er prachtig uit met hun uitgedoste bruine haarslierten met daaronder zwarte, pluizige plukken. ‘Himba verlengen hun haar met touwen en verdikken dit met een mix van boomsap, poeder en boter wat een kleiachtige bruine substantie oplevert,’ vertelt Ozio. De zwarte bollen zijn nephaar, Made in China.
Opmaken
Sommige vrouwen dragen een kroontje van geitenhuid op hun hoofd. Om hun halzen rust een zware zelfgemaakte ketting, bestaande uit takken, klei en witte kralen. Hun heupen zijn bedekt met geitenvellen. De vrouwen laten zich geduldig fotograferen. Ondertussen haal ik wat make-up tevoorschijn en toon hoe westerse vrouwen zich opmaken. ‘Buonita’, klinkt het gepaard met een hoop gegiechel. Ik vraag of ze ook mascara willen proberen en een aantal staan dat gretig toe. Ze bekijken zichzelf aandachtig in een spiegeltje.
Gediscrimineerde Khoisan
Soms kopiëren armere nomaden, zoals Khoisan en Vatua, de gewoonten van de rijkere bantu-volken waar Himba en Hakaona onder vallen. Er vinden in Angola geen gemixte huwelijken plaats omdat de bantu neerkijken op armere stammen. De Khoisan wordt ernstig gediscrimineerd en is van de meest bedreigde tribale volken van Afrika. In ons artikel van Krant van de Aarde kun je er meer over lezen.
Hakaona
Na een paar uur nemen we afscheid van de Himba’s en trekken verder naar de Hakaona, waarbij de vrouwen een soort gebolde kuif dragen. Ze gebruiken een rolletje gras voor de ronde vorm en smeren er houtpasta op, gemengd met gitzwarte olie. Bij sommigen hangt aan de achterkant van het haar staafjes van opgerolde colawikkels. Het ziet er kunstzinnig uit. “De Hakaona hebben zich vroeger laten inspireren door een nabijgelegen gelijknamige berg,” vertelt Ozio. “Vandaar de vorm aan de voorkant van hun kapsel.” In het dorp liggen de bewoners voor pampus door de tropische hitte. Ze zitten dichtbij elkaar geplakt onder een open hutje dat schaduw biedt. Ons bezoek brengt wat leven in de brouwerij. Vooral kinderen zijn nieuwsgierig en voelen aan ons gladde haar. Dat vinden ze gek, evenals onze puntige neuzen.
Humbe
We verlaten de geïsoleerde Cunene-regio en maken een stop bij de Humbe. Speciaal voor ons werken twee vrouwen een dag aan hun bijzondere haardracht: Ngava, de zogenaamde olifantsoren. Twee meisjes liggen geduldig op hun buik, terwijl het haar van achteren opgevuld wordt met een bruin mengsel van fijngemalen hout van de Mukete boom. Dit strooien ze, aangelengd met water, tussen het haar zodat het een bolle vulling krijgt. Langzamerhand ontstaan er twee dikke lagen, aangevuld door vlechten en nep-haar aan de zijkant. Daarna volgt een brede zwarte band waar later aan de zijkant de ‘oren’, bestaande uit twee zwarte, geweven ronde ringen, moeten komen. Als we een paar uur later terugkeren zien de meisjes er prachtig uit. Ze showen trots het resultaat en samen maken we een vreugdedans.
Humbe vrouwen dragen een bijzondere haardracht, de zogenaamde olifantsoren.
Lange tocht
Door het ruige landschap en beperkte wegennet kunnen we niet doorsteken naar de kustlijn van Namibe, wat op de kaart veel logischer lijkt. We moeten eromheen. Het is een lange, mooie tocht. We passeren de Lebapas, met prachtig uitzicht over het glooiende rotsachtige landschap. Uren later bereiken we Giraul Oasis (zie kader Natuurtips).
Na drie uur rijden vanaf havenstad Namibe, over stoffige gravelachtige zandpaden dwars door de uitgestrekte leegte van de Iona- woestijn, bereiken we uit bij het afgelegen dorpje Virei. Toen de Portugezen na 1936 wegtrokken, bleven de locals hangen. Wij trekken nog dieper de bush in, op zoek naar de Mucubal. De vrouwen zijn herkenbaar aan strakgespannen touwen of plastic riemen om hun borsten en dragen een soort rechthoekig hoofddeksel. We vinden slechts drie vrouwen en hun kinderen die zijn achtergebleven om op het kleinvee te passen. Tegen de schemering slaan we ons tentenkamp op en gaan koken, waardoor andere Mucubal op ons afkomen. We geven stukken brood, fruit of zeep mee.
Tumba ceremonie
Na een nacht kamperen onder een heldere sterrenregen, staan we in alle vroegte op voor een speciale Tumba-ceremonie. Het draait hierbij om het verdrijven van geesten die het lichaam zijn binnengedrongen. Aangekomen, treffen we flink beschonken mensen. Sommigen slurpen zakjes whisky leeg. Er zijn zes ‘bezeten’ vrouwen. Ze zonderen zich af, trommelen en maken brommende geluiden. Plots vormen ze zingend en klappend een kring, omringd door anderen. De vrouwen dansen in het midden met serieuze gezichten, alsof ze in een trance verkeren. “Dit ritueel kan een paar dagen aanhouden. Als het normale gedrag terugkeert, dan is de geest verdwenen,” vertelt Ozio. >>
Gedragscode
Wie rondreist door Zuid-Angola, moet zich realiseren dat er een gedragscode en ‘entreeprijs’ geldt per dorp. Ook voor het maken van foto’s is toestemming nodig van de dorpsleider (soba), waarvoor een klein bedrag per model wordt gevraagd. Hierbij speelt de gids een essententiële rol in de onderhandeling omdat hij goed op de hoogte is van gangbare prijzen en ervoor zorgt dat zowel reizigers als dorpelingen zich op hun gemak voelen.
Nguendelengo
->>De laatste stam die we bezoeken zijn de Nguendelengo. Als we met de soba aankomen volgt een enthousiast ontvangst. We hebben zeepjes en koekjes meegenomen, een kleine gift die waardering oplevert. De vrouwen van deze stam dragen prachtige knotten op hun hoofd die ze vaak bedekken met doeken zodat het haar langer schoon blijft. Na vier weken vervangen ze de knotten met nieuwe. Deze haarstijl dragen de Nguendelengo altijd, los van een Fico-ritueel.
Selfie pret
Terwijl sommige dames voor foto’s poseren, word ik omringd door kinderen en jonge vrouwen. Ik heb gemerkt dat communiceren met beeld goed werkt. ‘Dit is mijn zoon’, ik laat ze een foto zien. Vol verbazing wijzen ze naar zijn blonde haren. Dat kennen ze niet. En foto’s van huisdieren levert veel gegniffel op. Een meisje wijst naar de telefoon, dan naar zichzelf. Ik film haar en als ze zichzelf terugziet, volgt een uitbundige reactie. Selfies levert nog meer pret op. Wanneer we afscheid nemen, vraagt een van de vrouwen of we volgende keer een geprinte foto voor hen willen meenemen, als aandenken. We zijn dankbaar voor hun hartelijkheid en hopen dat deze en andere stammen ondanks de beperkte contacten met de westerse wereld zo puur kunnen blijven leven in dit ongepolijste land.
Angola praktisch
Erheen
Er zijn vanuit Nederland geen rechtstreekse vluchten naar Luanda, de hoofdstad van Angola. Een aansluiting vanuit Parijs of Frankfurt is de beste optie. Er zijn diverse aanbieders zoals KLM, Lufthansa of Air France (vanaf €515, skyscanner.nl). Vanuit Luanda vlieg je door naar de tweede stad Lubango, dat in het zuiden ligt. Met de auto of bus kan ook vanuit Luanda, maar dan ben je minstens een dag langer onderweg. De beste reisperiode is van juni tot en met eind oktober. Dan vermijd je de regentijd. Temperaturen kunnen oplopen tot 30 à 40 graden.
Lokaal vervoer
Angola is geen land waar je op eigen houtje moet gaan rijden. In de steden is het een chaos en de afgelegen volken die zich soms verplaatsen zijn niet bereikbaar zonder gids die de taal spreekt. Vanuit Lubango begint de roadtrip, waarbij de gids precies weet waar hij de juiste mensen kan vinden.
Reisorganisatie Last Places
Last Places is gespecialiseerd in cultuurreizen en etnische diversiteit. De Spaanse oprichter Joan Riera is antropoloog en heeft zich de afgelopen 25 jaar gericht op verantwoord toerisme waarbij respect, observatie en contact met inheemse stammen centraal staan. Last Places focust zich op afgelegen gebieden en minder bekende reisbestemmingen, zoals Zuid-Soedan, Niger, Tjaad, Kameroen, Nigeria, Jemen en Pakistan. De reizen zijn mogelijk vanwege het enorme netwerk met lokale fixers/gidsen die de talen en culturen begrijpen.
In de Benelux is Henk Bothof (info@henkbothof.com) aanspreekpunt namens Last Places. Soms begeleidt hij reizen in kleine groepjes van maximaal 8 personen of verzorgt hij persoonlijk maatwerk.
Prijzen naar Angola verschillen per aantallen tussen de €3500 – 6.000 p.p., exclusief internationale vlucht. In Angola zijn gidsen, vervoer, accommodaties en deels het eten inbegrepen bij de reissom.
Visum en vaccinaties
In Angola is een visum vereist (€105). In het zuiden van Angola heerst geen malaria, maar bij een verblijf langer dan twee weken is het wel verstandig om bescherming te gebruiken. Een vaccinatie tegen Gele Koorts is verplicht. DTP en Hepatitis A en B worden aanbevolen. Op dit moment is een PCR-test verplicht, maar check altijd de laatste reisadviezen.
Natuur Angola
De natuur en het landschap van Zuid-Angola zijn ongerept en ruig. Het bestaat uit uitgestrekte woestijngezichten, glooiende savannes, exotische flora omlijst door rotsen, vulkanen en hoge bergen.
Leba-pas
De spectaculaire Leba-pas verbindt met een reeks haarspeldbochten op 1000 meter hoogte Lubango met Namibe. Bovenaan vind je een fraai uitkijkpunt met uitzicht op de vallei, omringd door de hoge rotsen
Tunda-Vala
Een ander indrukwekkend uitkijkpunt is Tunda-Vala, een adembenemende kloof op 1.000 meter hoogte die uit de Chela-helling is gesneden. Het zicht reikt tot ver in het binnenland, met de stad Bibala in het noorden.
Giraul Oasis
Midden in de Namibe woestijn ligt het afgelegen plateau Giraul Oasis. Hier leeft de gemeenschap van Ilha Mungongo, die vanaf 1975 een polygamie onderhield met 55 vrouwen en 145 kinderen! De mensen leven van de vruchtbare grondstoffen die de lagergelegen oase hen biedt. De vriendelijke mensen vertellen over de vruchtbare grondstoffen die de oase hen biedt en hoe belangrijk het geloof voor hen is. Het vormt een surrealistisch schouwspel.
Curoca Oase
Aan de rand van de Iona kust, zijn een aantal verrassende natuurverschijnselen te vinden. Zoals de imposante versteende duinen van Curoca Oase.
Colinas
Daar vlakbij ligt de verscholen en nog indrukwekkender kloof Colinas. Het rode gesteente ziet er broos uit door erosie, maar imposant vanwege de omvang. En bijzonder, het is er muisstil wanneer je tussen de metershoge kloof loopt.
Arco
In ditzelfde gebied ligt Arco, een drooggelegen meer, omringd door hoge duinen en rotsen. Gids Joakim woont er al zijn hele leven ondanks dat zijn grootvader, vader én broer er verdronken zijn tijdens het vissen. Op de bodem van het meer zitten verraderlijke grassen die je naar beneden trekken als drijfzand. Tussen december en april transformeert het gebied in een vruchtbare omgeving door het hoge waterpeil, dat kan oplopen tot wel vijf meter.
Kissama National Park
Met Last Places kun je een dagtrip maken naar Kissama, een van de weinige Nationale Wildparken van Angola. Door veertig jaar oorlog is de wildpopulatie bijna volledig uitgegroeid; zoals het nationale symbool de sabelantiloop.
Eind 2002 waren er twee generaals, Luís en António Faceiro, die de wildpopulatie wilde herstellen. Ironisch, want zij waren medeverantwoordelijk voor de decimering van het wild in Kissama. Na een jarenlange lobby is een park opgezet van 10.000 km2, waarbij olifanten, zebra’s, giraffes en antilopensoorten zijn gere-integreerd vanuit buurlanden. Helaas zijn er vanwege minder toezicht tijdens COVID 73 giraffen en 5 olifanten gedood. Er zijn slechts 2 giraffes over en 295 olifanten. Gelukkig is de situatie weer stabiel. Verwacht geen grote aantallen dieren te zien, maar met een beetje mazzel spot je een olifant. En het landschap is uniek, met savannes vol Baobabs, metershoge cactussen en rode slingerwegen en groenrijke moerassen die grenzen aan de Kwanza rivier.
Reistijd: 2,5 uur van Luanda naar Kissama.| kosten: ca. €100 -125 p.p. voor 2-3 uur safari, inclusief gids en vervoer.
Meer lezen over Angola? Lees dan HIER over Street Art tips in Luanda en Lubango.